De plenaire aflaat is een buitengewone gave van de katholieke kerk, die de volledige kwijtschelding mogelijk maakt van de tijdelijke straf die overblijft nadat zonden zijn vergeven in het sacrament van de biecht.
Sinds 1983 definiëren het Wetboek van Canoniek Recht (can. 992) en de Katechismus van de Katholieke Kerk (n. 1471) aflaat als volgt:
"De aflaat is de kwijtschelding voor God van de tijdelijke straf voor reeds vergeven zonden, wat de schuld betreft, die een gelovige die bereid is en aan bepaalde voorwaarden voldoet, verkrijgt door bemiddeling van de Kerk, die als beheerder van de verlossing de schat van de voldoeningen van Christus en de heiligen met gezag verdeelt en toepast".
Sint Josemaria benadrukte ook de spirituele diepte van aflaten door te stellen: "aflaten zijn een manifestatie van Gods oneindige barmhartigheid" (De Weg, 310).
Plenaire en gedeeltelijke aflaat zijn uitdrukkingen van Gods oneindige barmhartigheid. Hoewel ze verschillen in reikwijdte, moedigen beide ons aan om heiligheid te zoeken door geloof, gebed en werken van naastenliefde.
De plenaire aflaat is een buitengewoon geschenk, omdat het het tijdelijke verdriet dat overblijft na de sorry van zonden in het sacrament van de biecht. Het is een daad van liefde die ons in staat stelt om gereinigd van elke smet die ons van Zijn aanwezigheid weghoudt voor God te staan.
Aan de andere kant is de gedeeltelijke aflaat neemt slechts een deel van dit verdriet weg, maar het is niet minder belangrijk. Het is een belangrijke stap die ons motiveert om door te gaan op onze spirituele reis, waarbij we onze gebeden, offers en goede daden aanbieden als concrete tekenen van berouw en geloof.
Paus Franciscus legde tijdens zijn Algemene Audiëntie op 9 maart 2016 duidelijk uit dat "De plenaire aflaat is een geschenk dat ons helpt dichter bij God te komen en een heiliger leven te leiden.". Daarom moeten we onthouden dat de plenaire aflaat een uitnodiging is om op weg te gaan naar heiligheid met hoop en vertrouwen in de goddelijke barmhartigheid.
Elke keer dat we onze toevlucht nemen tot aflaten, vernieuwen we onze inzet voor bekering, bevestigen we dat Gods liefde altijd klaar staat om ons te verwelkomen en ons een nieuwe kans te geven. Welke grotere troost kunnen we hebben dan te weten dat we door deze praktijken dichter bij het liefdevolle hart van de Vader komen?
Paus Benedictus XVI verklaarde in zijn Boodschap voor de Veertigdagentijd 2008: "De aflaat mag niet worden begrepen als een soort 'korting' op de straf die voor de zonde verschuldigd is, maar als een hulpmiddel voor een radicalere bekering. De aflaat is een oprechte gelegenheid om ons te wijden aan de weg van heiligheid en om onze relatie met God te vernieuwen.
Voldoen aan deze vereisten herinnert je eraan dat Gods genade altijd beschikbaar is voor wie er in nederigheid en oprechtheid naar zoekt.
Er zijn bijzonder belangrijke momenten voor het verkrijgen van plenaire aflaten:
Naast deze specifieke data kan de paus nog andere speciale gelegenheden aanwijzen om aflaten te verkrijgen. Elk van deze gelegenheden brengt ons dichter bij Gods barmhartige hart en nodigt ons uit om ons geloof te beleven.
Op bepaalde momenten geeft de Kerk de mogelijkheid om plenaire aflaten te krijgen die verband houden met het gebruik van de medaille van heilige BenedictusAan de gebruikelijke voorwaarden wordt voldaan: biecht, communie, gebed voor de intenties van de paus, onthechting van zonde en het uitvoeren van een aflaatwerk.
Tot de belangrijkste gelegenheden voor het verkrijgen van een plenaire aflaat gekoppeld aan de medaille van Sint Benedictus behoren de volgende:
Als we de betekenis en de schoonheid van de gave van de plenaire aflaat leren kennen, komen we dichter bij de oneindige barmhartigheid van God. Op deze geloofsreis is het werk van de Stichting CARF van fundamenteel belang, omdat zij met jouw steun priesters en seminaristen opleidt voor de katholieke kerk, die ons zullen leiden en begeleiden in onze relatie met God. Door de Stichting CARF te steunen, kunnen meer christenen over de hele wereld dichter bij Gods verlossende genade komen.