Op weg naar het priesterschap worden seminaristen niet alleen gevormd in de studie van theologie of in het geestelijk leven. Ze bereiden zich ook voor op een belangrijke en diep menselijke taak: mensen begeleiden, dienen en verzorgen in hun geloofsleven. Dit wordt pastoraat genoemd: een ervaring die niet alleen hun vorming verrijkt, maar hen ook laat ervaren hoe hun toekomstige bediening als priester eruit zal zien.
Bij de Stichting CARF begeleiden we honderden seminaristen van over de hele wereld die, dankzij de hulp van onze weldoeners, een integrale vorming krijgen. Een essentieel onderdeel van deze vorming is juist om het klaslokaal en het oratorium of de kapel van het seminarie te verlaten om mensen te ontmoeten waar ze zijn. Maar wat betekent deze taak eigenlijk, wat is de functie ervan in het seminarie, is het gewoon een andere praktijk of iets essentieels?
Het woord komt van de Latijnse term pastoorwat herder van de schapen betekent. In de Kerk verwijst dit evangelische beeld naar de zorg voor Gods volk, net zoals Jezus Christus, de Goede Herder, deed. Pastorale zorg is dus niets anders dan erop uit gaan om mensen te ontmoeten, hen te begeleiden, naar hen te luisteren, hen te vergezellen en hen de voeding van het geloof aan te bieden..
Voor een seminarist is dit aspect van de vorming net zo belangrijk als de studie van filosofie, theologie of liturgie. Hierdoor leert de toekomstige priester om:
Anderen dienen in deze niet-academische periodes (Pasen of de zomer) maakt geen deel uit van een academische oefening, noch van een professionele repetitie. Het is een echte ontmoeting met de ander. Daarom bieden de vormelingen de seminaristen vanaf de eerste jaren van het seminarie verschillende activiteiten aan in parochies, scholen, ziekenhuizen, tehuizen, gevangenissen of in de universitaire omgeving. Daar leren de jonge mannen, altijd begeleid door ervaren priesters, te leven naar wat later hun dagelijkse taken zullen worden.
Veel seminaristen die in internationale huizen verblijven, zoals het internationale seminarie Bidasoa (Pamplona) of Sedes Sapientiae (Rome), lopen stage in het weekend en op feestdagen. Ondanks de academische eisen van de kerkelijke faculteiten van de Universiteit van Navarra of van de Pauselijke Universiteit van het Heilige KruisZe wijden deze tijd aan het gaan en dienen waar ze nodig zijn: catechese geven, zieken bezoeken, activiteiten voor jongeren organiseren of meewerken aan de liturgie op zondag.
Een seminarist wacht niet tot hij gewijd is om te leren om pastor te zijn. Training begint nu. In deze echte ervaringen ontdekt hij de vele dimensies van de priester: troost voor de lijdenden, geduld met hen die twijfelen, de vreugde van verborgen dienstbaarheid, aandachtig luisteren naar hen die zin in hun leven zoeken.
Het is ook een belangrijk moment van persoonlijke en spirituele volwassenheid. Dienstbaarheid "test" de beroepsmotivaties, zuivert het hart van de seminarist en helpt hem te groeien in nederigheid en vrijgevigheid. Omdat hij zelf nog geen sacramenten kan toedienen, zijn rol is gericht op begeleiden, luisteren en dienenzonder pretenties, vanuit de eenvoud van getuigenis.
Veel seminaristen die dankzij de weldoeners van de Stichting CARF een studiebeurs ontvangen, delen hun ervaringen en kennis. aangrijpende getuigenissen van zijn levenservaring. Een Afrikaanse seminarist vertelde onlangs hoe hij tijdens zijn bezoeken aan een ziekenhuis "Christus leerde zien in elk bed, in elk gezicht, in elke wond". Een ander, uit Amerika, legde uit dat hij in de catechese met kinderen "de pure vreugde van het overbrengen van het geloof in eenvoudige woorden, maar vol waarheid" had ontdekt.
Deze ervaringen laten een diepe indruk achter. Ze bevestigen niet alleen de roeping, maar openen ook het hart voor liefde. Een liefde die de basis zal zijn van het toekomstige priesterambt: dichtbij, beschikbaar, vrolijk en toegewijd.
Training ontwikkelt zich geleidelijk. In de eerste jaren zijn de activiteiten eenvoudiger en worden ze altijd begeleid. Naarmate de seminarist vordert in zijn vorming, krijgt hij meer verantwoordelijkheden en wordt hij uitgenodigd om directer betrokken te raken bij het leven van de gemeenschap.
In de laatste jaren van de vorming leven veel seminaries deze gewoonte voor een jaar na of voor een intensere fase van parochie-integratie. Wanneer de seminarist tot diaken wordt gewijd, kan hij nu vrijer preken, dopen, bruiloften vieren en de gelovigen begeleiden. Deze fase is cruciaal om hem voor te bereiden op de totale toewijding die de priesterwijding met zich meebrengt.
Deze dienstverlenende rol maakt deel uit van de diepgaande en realistische leertijd die seminaristen voorbereidt om priester naar het hart van Christus te worden. Dankzij de vrijgevigheid van de weldoeners van de Stichting CARF krijgen honderden jonge mannen van over de hele wereld niet alleen een eersteklas academische vorming, maar kunnen ze ook deze ervaringen beleven die hun roeping omzetten in een concrete en vreugdevolle toewijding.
Hen vergezellen op deze reis is een investering in hoop en toekomst voor de universele Kerk. Want waar een seminarist is die zonder maat leert en zichzelf geeft, daar zal een gelovige gemeenschap zijn die op een dag een goed gevormde, hechte en vrijgevige priester zal hebben.